Na de elfde van de elfde heb ik mij voorgenomen geen naam meer te vergeten. |
Het was al na midden nacht toen ik de residentie van de karnavalsvereniging uit Silvolde Zuid binnen stapte om nog een biertje te scoren. De Pronkenpresentatie was reeds ten einde en de after party in het café was in volle gang.
Ik kwam in gesprek met een aantal enthousiaste personen met een steek. Ze hadden enkele kritische opmerkingen over mijn vorige column maar vonden het leuk om mij eens te ontmoeten. Ik wist dat ik deze steekhouders ergens van kende, waarschijnlijk van een keetfeest. Aan het eind van de after party leek het ze echter vanzelfsprekend dat we elders gezamenlijk nog wat zouden gaan drinken. We kenden elkaar tenslotte al een tijdje. Nu moet ik toegeven dat het zeker gezellig was, maar de hele nacht heb ik mijn best gedaan hun namen te achterhalen. Tevergeefs. Ze noemde elkaar broer, broertje en zusje. Om niet onbeleefd te zijn en de illusie van onze vriendschap op te houden, heb ik niets gevraagd. Heel wat glazen alcohol verder ben ik de heren en dame ook broer, broertje en zusje gaan noemen. Na hun vertrek hebben ze mijn hun nummer gegeven. Voor als ik nog eens zin had om een avondje door te zakken. Nu staan er broer, broertje en zusje in mijn telefoon. Wederom neem ik mij voor, wanneer ik mensen ontmoet, hun namen te onthouden. Dan weet ik met welk broer, broertje of zusje ik bier drink. |
A. in de Hoek |
|