CV de Metworst

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

De letste 11 P&A’s (deel 1)

Tijdens de Pronkenpresentatie was er een terugblik te zien van de laatste 11 P&A’s. Omdat menigeen het niet goed kon horen, maar het wel een leuk item vond …

Tijdens de Pronkenpresentatie was er een terugblik te zien van de laatste 11 P&A’s. Omdat menigeen het niet goed kon horen, maar het wel een leuk item vond, heeft Tonny van Horik de tapes te pakken gekregen en deze gebruikt om het beeldmateriaal dat Ibe en Koen verzameld hadden om te zetten naar schrift. Wij willen u dit niet onthouden en tot aan het karnaval vindt u op deze site een terugblik op een Prins en adjudant van de afgelopen 11 jaar. In deel 1 komt de jubileumprins uit het jaar 1997 aan het woord. Jos Helmes uit Etten was destijds Prins Metwaldus de 34ste samen met zijn adjudant Paul Holthausen van de Ulftseweg vierden ze het karnaval onder het motto: ’t zit wel snor! Wij wensen u veel leesplezier.

METWALDUS DE 34e
Voor het eerste jubileuminterview togen Ibe en Koen richting Etten. Dit ging met de nodige moeite gepaard. In Terborg was de Walstraat afgesloten, Etten vierde kermis en zat dicht, de stoplichten bij de Slingerparallel lagen eruit en de weg was weg. Via Doetinchem bereikten we de afslag Etten, daar stond een mooie dame met pech langs de weg. Deze twee heren waren niet te beroerd om de dame en lift te geven richting Etten. Zij woonde toevallig ook aan de Oldenhove (volgens ons heeft Etten maar één straat…) Maar daar aangekomen zien we al snel het enthousiasme van Jos Helmes.

Hij heeft heel wat spulletjes en foto’s uitgestald op de tafel. Eerst worden wat herinneringen bij de foto’s opgehaald: "Kijk bij de bejaarden, de Bontebrug met z’n gehaktballen bij de familie Heuvels, van Metwaldus z’n oude wagen, de kleurwedstrijd, de kroeg van Mijnen, de ouders van adjudant Paul. De oude club uit Etten.
Foto’s van Frank van de Kemp en Robbie Roes, dat waren toen de concurrenten (of hoe zeg je dat) bij de Foekepot. Hé, wat doen die meiden met die pakjes aan. Is dat Elly van Lent? Ja, dat waren toen de Metworst Girls of hoe noemden ze toen die meiden? Gôh wat geet de tied toch vlug. Kiek da’s m’n schoonvader."

"Klopt," zegt Ibe: "Ik ben nog bij jouw schoonvader geweest toen hij honderd werd. Die gaf toen feest in Wehl in een tent bij de boerderij."

(I = Ibe en J = Jos)
I: "We zijn nu in Etten, waar zullen we filmen? De molen is wel karakteristiek. En jouw groen gele wagen, die bus is ook wel karakteristiek. Volgens mij ben jij die enige die zo’n wagen heeft van Jaartsveld of niet?" J: "Ja dat klopt. De rest rijdt allemaal met veel kleiner spul rond."
I: "Vertel eens Metwaldus, we staan nu dan onder de molen in Etten. Volgens mij was jij een jubileumprins?"
J: "Ja, ik was de 34e prins in het jubileumjaar 33."

I: "Ik zie hier een heel grote onderscheiding: Wat was het motto?"
J: "Het motto was: Ut zit wel snor."
I: "Je staat hier nu alleen. Betekent dit dat er toen alleen een prins was of was er ook een adjudant?"
J: "Nee, we hadden ook een adjudant, dat was Paul Holthuizen, mijn overbuurman. Maar hij is op dit moment bij zijn zoon aan het klussen in Arnhem. Dus Paul had geen tijd."
I: "Wil je Paul nog even de groeten doen?"
J: "Paul, de groeten en het volgende feestje moet je er wel bij zijn. Anders halen we je op. Of anders doe ik het samen met Moos, dat kan ook nog."
I: "Een prins in Etten, maar wat was dan je binding met Silvolde?"
J: "Ik woonde naast Wim Veenhuizen, de schrik van Silvolde, en wij zaten allebei in het karnavalsgebeuren."
I: "Als je terugkijkt op 1997, wat is je dan echt bijgebleven?"
J: "Ja, eigenlijk het hele festijn en ook dat Etten toen met z’n hele Raad van Elf vanuit Köster naar Mijnen kwam om zich daar te vertegenwoordigen."
I: "Heeft Etten nog steeds een karnavalsvereniging?"
J: "Ze hebben toen d’r tijd de kleren weer uit de kast getrokken, en ze hebben zich de Kloetendraaiers genoemd. Ze wilden me weghalen bij Mijnen omdat ze

vonden dat ik bij Etten hoorde, maar het is allemaal goed gekomen. Ik ben toch bij Zillewold gebleven, want Etten heeft helaas geen karnavalsvereniging."
I: "Wie aan Jaartsveld denkt, denkt aan deze bus, denkt aan jou Jos. Zijn jullie met deze bus binnengekomen, of hoe ging dat?"
J: Nee, we zijn niet met deze bus binnengekomen, die is een beetje te groot. Nee, we houden allebei nogal van motorrijden, dus we zijn met een motor met zijspan binnengereden bij Mijnen en dat gaf best veel kabaal. Ik zat op de motor en Paul in de zijspan of andersom."
I: "Hoe ben jij benaderd om prins te worden?"
J: "Dat kwam eigenlijk heel spontaan, door de buurman, Wim Veenhuizen. Ik ben heel blij dat ik het heb mogen doen, want je moet alles meemaken in het leven. Zo is het maar net, ik wil trouwens via deze weg iedereen een heel gezellig karnaval toewensen en wi’j komt mekaar zeker tegen dezer dagen"