CV de Metworst

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

De letste 11 P&A’s (deel 3)

Tijdens de Pronkenpresentatie was er een terugblik te zien van de laatste 11 P&A’s. Tot aan het karnaval vindt u op deze site een terugblik op een Prins en Adjudant van de afgelopen 11 jaar. In deel 3 komt …

Tijdens de Pronkenpresentatie was er een terugblik te zien van de laatste 11 P&A’s. Tot aan het karnaval vindt u op deze site een terugblik op een Prins en adjudant van de afgelopen 11 jaar. In deel 3 komt Metwaldus de 36e uit het jaar 1999 aan het woord. Gert Jan Schoppers was destijds Prins Metwaldus de 36ste samen met zijn adjudant Koen Heuvels gingen de "Zillewoldse Zwaogers" voorop in de polonaise en vierden ze het karnaval onder het motto: ’t is één pot nat. Wij wensen u veel leesplezier.

METWALDUS DE 36e
Zowel Gert-Jan als Koen traden vrij snel na afloop van hun zittingsperiode toe tot het Bestuur. Gert-Jan voor de technische zaken en Koen voor de PR-zaken, Koen

maakte daarvoor sinds 1997 al deel uit van de Raad van Elf en Gert-Jan creëerde zijn eigen bouwplaats, daar vond het interview uiteraard ook plaats. Aangekomen op de bouwplaats van Bob de Bouwer, Gert-Jan Schoppers bij Quintec geeft Koen Heuvels de videocamera over aan Tonny van Horik. Metwaldus de 36ste en zijn adjudant nemen plaats op de zolder waar het rood wit ziet van de Metworst decorstukken.
(I=Ibe, G = Gert-Jan, K=Koen)
I: "Welk jaar waren jullie ook al weer P&A, 1998?
K: "1999."
I: "Oké, dan starten we de opnames, cameravrouw Tonny, en fotograaf Willem klaar? We zijn dus aangekomen bij het jaar 1998."

K: "Ik zei nog 1999."
I: "OK 1999, de Zillewoldse Zwaogers betraden de bühne als Prins en Adjudant. Mannen, een intikkertje, het motto, hoe is dat tot stand gekomen?"
G: Als je familie bent, dan hoor je allemaal bij elkaar, dus ’t is één pot nat, we zijn niet voor niks zwagers."
I: "Gert Jan, afkomstig uit de binnenlanden van Aalten, en dan Prins bij de Metworst. Hoe is dat bevallen?"
G: "Ja goed, meteen de eerste keer nadat ik karnaval had gevierd was het een wens van mij om ooit Prins te worden. En na negen jaar was het al zover. In 1991 ben ik in Silvolde komen wonen en in 1998 werd ik prins. Dus ik denk dat ik redelijk ingeburgerd ben."
I: "Ik heb een, een beetje intieme vraag, voor Gert Jan. Hoe is het met de seks tijdens de karnaval?"
G: "Geen tijd voor!"
I: "Het is lang geleden, maar hebben jullie nog een activiteit gehad bij de wagenbouwers, waarbij jullie meer bier gedronken hebben dan jullie meegebracht hadden?"

K: "Ik weet nog wel dat we een rondgang gedaan hebben. We zijn begonnen bij McBult, vervolgens naar Heuvels op de Bontebrug daar moesten we flink wat gehaktballen wegwerken, daarna kwamen we terug bij De Bult, want daar hadden we onze fietsen staan en toen was het ineens twee uur ’s nachts of zo. Helemaal vol gegeten, vol gedronken en eigenlijk was dat op twee locaties."

I: "Als ik zeg: optocht. Waar denken jullie dan aan?"
G: "Nieuwe prinsenwagen! Wij waren de eersten die op de huidige wagen ronden mochten trekken. We hebben hem gedoopt met z’n tweeën. Dat was hartstikke leuk, een prachtige prinsenwagen en we waren trots dat we daar boven op mochten staan."
I: "Koen, blauw, wat zeg jij dan?"
K: lacht.
G: "Dan krijgt hij rode pukkeltjes."
K: "Dan krijg ik inderdaad uitslag."
I: "Wie waren prins en adjudant bij de roodblauwen?"
K: "Dat was de buurman hier verderop op de Terborgseweg: Willy Ebbers met Raymond Tombergen."
I: "Hebben jullie ook nog dingen samen gedaan?"
K: "Ralph Ebbers reed ons altijd en op een gegeven moment reed hij achteruit, maar hij had niet in de gaten dat Maria er aan kwam rijden, toen hadden ze bijna een ongeluk met elkaar."
I: "Kun je kort vertellen hoe je benaderd bent als prins?"

G: "Ik kwam thuis en Jacqueline vertelde dat Wim Veenhuizen had gebeld. Ik dacht dat het voor de Raad van Elf was, maar ze zei dat het voor wat anders was. Ik wist toen meteen dat hij me als Prins wilde vragen. Mijn eerste reactie was: dat doe ik. Ik had vanaf het begin af al gezegd dat ik dat graag wilde, dus de keuze was niet zo moeilijk."
I: "En hoe kwam je bij die meneer naast je als adjudant?"
G: "Er zit veel karnaval in de familie Heuvels, die zijn één en al karnaval. In mijn toenmalige vriendengroep waren niet echt mensen die karnaval vierden, dus ik kwam al snel bij mijn zwager."

I: "Terugkijkend, wat springt er bij jullie in jullie jaar uit?"
G: "Toevallig heb ik het vanmiddag al over die vraag gehad. Ik heb niet echt hoogtepunten maar het geheel was één grote beleving. We zijn naar de peuterspeelzaal geweest waar onze Jorn op zat, en het was geweldig met al die kleine kleutertjes achter aan je cape. De buutavonden, ja gewoon alles, het totale plaatje is zo geweldig zodat je niet kan zeggen wat er nou echt uitspringt. Alles heeft zijn charme, met de kinderen, in het bejaardentehuis waar ik uit moest leggen dat er toch echt een Schoppers in Silvolde woont."

I: "Wat is jullie binding op dit moment met de Metworst?"
G: "Nadat we prins en adjudant af waren, zijn we meteen gevraagd om zitting te nemen in het bestuur. Vooral de functie als een soort van Bob de Bouwer, omdat Gerard er mee stopte als de technische man, sprak me erg aan."
I: "Je hebt al heel wat gebouwd de laatste jaren. Wat was je mooiste bouwproject?"
G: "Het mooiste bouwproject was toch wel de burcht die we in 2001 hebben gemaakt. Dit jaar hebben we er een nieuw kleurtje opgedaan. En ik ben weer heel tevreden hoe het nu geworden is."
I: "Hoe is jouw band met de penningmeester als het over budgetten gaat?"
K: "Daar kunnen we beiden denk ik een eensluidend antwoord op geven. We moeten altijd discussie voeren met de penningmeester over budgetten."
G: "Ja, want een penningmeester kan geen budget maken over iets waar hij geen verstand van heeft. Als je niet weet wat een pot verf kost, dan kun je geen budget maken over het bouwen. Maar we doen ons best om ons aan het budget te houden."

I: "Koen, Minster van Informatie. Hoe ben je daarop gekomen?"
K: Dat is in de tijd van de oorlog in Irak, er kwam toen steeds een Minster van Informatie op TV. Die zei dat er niets aan de hand was, terwijl er achter hem van alles gebeurde op TV. Omdat ik de PR zaken deed voor de Metworst kreeg ik de bijnaam Minister van Informatie."
I: "Mag ik de Minister van Informatie en Bob de Bouwer bedanken voor dit gesprek?
En Bob kan weer aan het werk!"