CV de Metworst

Zoeken
Sluit dit zoekvak.

De letste 11 P&A’s (deel 4)

Tijdens de Pronkenpresentatie was er een terugblik te zien van de laatste 11 P&A’s. Tot aan het karnaval vindt u op deze site een terugblik op een Prins en Adjudant van de afgelopen 11 jaar. In deel 4 komt …

Tijdens de Pronkenpresentatie was er een terugblik te zien van de laatste 11 P&A’s. Tot aan het karnaval vindt u op deze site een terugblik op een Prins en adjudant van de afgelopen 11 jaar. In deel 4 komt Metwaldus de 37e uit het jaar 2000 aan het woord. Edwin Liebrand was destijds Prins Metwaldus de 37ste samen met zijn adjudant Roger Scholten gingen ze voorop in de polonaise en vierden ze het karnaval onder het motto: Niet denken maor doen. Wij wensen u veel leesplezier.

METWALDUS DE 37e

Ibe en Koen hebben bij de Ulftse Bandenhandel Edwin Liebrand gevonden. Sinds vorig jaar runt Edwin deze zaak, hij is dan ook volop bezig en heeft bijna geen tijd voor een interview. Maar ja, voor De Metworst maakt hij graag een uitzondering. Samen met Roger Scholten lopen Ibe en Koen de werkplaats in en het eerste wat Petra vraag is: Koffie?

Nou dat gaat er zeker wel in. Na een rondleiding wordt de locatie gevonden om te interviewen. Tussen de banden vinden we een autobrug terug. Petra zal deze bedienen en de heren klimmen erop. Vervolgens ontstaat er enige angstzweet op de koppies van Roger en Ibe. Na enkele minuten en weer volledig op adem gekomen kan Ibe zijn vragen beginnen te stellen, zittend op de brug:
(I=Ibe E=Edwin R=Roger)
I: "We gaan naar hogere sferen met de prins en adjudant van 2000: prins Edwin Liebrand en adjudant Roger Scholten. Wat was het motto en waarom hebben jullie daarvoor gekozen?"

E: "Ja, hoe ging dat. Ik vroeg Roger en hij wilde er over nadenken. Dus ik zeg je moet er niet te lang over nadenken, je moet snel een beslissing nemen. En toen zei Roger: Ach je moet niet denken maor doen. Dus dat was gelijk het motto."
I: "Kijkend naar het embleem van jullie jaar. Wat stelt het voor?"
E: "De brandweerhelm hè. Ik zat toen al bij de brandweer."
I: "Hoe zijn jullie gepresenteerd?"
R: "In de brandweer kazerne. We hebben toen moeder

Bongers nog aangewezen als mogelijke adjudant, maar die wist nergens van."
I: "Ik kan me nog herinneren dat jij, Edwin, uit de brandweerauto kwam stappen als de nieuwe prins Metwaldus de 37e. Terugkijkend op jullie jaar wat is jullie bijgebleven?"
R: "We zijn donderdags naar Duitsland geweest om karnaval te vieren, dat wil zeggen Olde Wienbal, want dat kenden ze toen nog niet in Zillewold. De volgende dag moesten we naar de Foekepot maar toen waren we nog slecht. Want dat was een heftig feestje geweest in

Duitsland. Daar hebben we karnaval goed ingezet."
E: "O ja, en dat Jos ten Back voor het laatste jaar met de camper rondging."
R: "Zondagavond gingen we naar Beernd’s Huuske daar deden we op de knieën de polonaise. Dat was wel lachen." Petra: "en dat we ’s avonds nog een keer naar Arnhem gingen."
R: "Ja, dat klopt, ik woonde toen nog in Arnhem met de Prins en Adjudant Tom en Mike van de Foekepot. We woonden in een straal van 200 meter of zo van elkaar en we reden altijd met elkaar mee."

I: "Wat is jullie het meest bijgebleven?"
E: "Ja toch wel de gezelligheid, altijd nog."
R: "Voor mij de kennismaking met het Prins en Adjudant zijn. Ik heb altijd gezegd dat ik nog wel een keer Prins wilde worden. Dat smaakte goed."
E: "De rondgang op het fietsje door het bejaardencentrum kan ik me nog goed herinneren. We hebben toen een interview zitten houden met Marietje Ebbers."
I: "Nog iets bijzonders?"

R: "Marco, Tom Tempels en ik zijn toen begonnen met het Adjudantenlied. Niet om de prinsen een hak te zetten, maar gewoon om te laten weten dat de adjudanten er ook zijn."
I: "Tom snap ik, jou snap ik, maar waar kwam Marco dan vandaan?"
R: "Marco was de Adjudant van de Lolbroeken. We zijn toen geloof ik nog tweede geworden bij de Optimaal carnavalsliedjes wedstrijd."
I: "Als laatste vraag; als uitsmijter: Als ik zeg: De Foekepot waar denken jullie dan aan? Hou het wel een beetje netjes."
R: "Dan denk ik aan Marcel Tangelder: Hij had vrijdag ’s avonds kennelijk een pannenkoekje teveel op en dat is in het vestje van Paul van Lent terecht gekomen."